HTTP-methoden uitgelegd
HTTP-methoden zijn de bouwstenen van communicatie tussen clients en servers via het HTTP-protocol. Elke HTTP-methode heeft een specifiek doel en bepaalt de actie die moet worden uitgevoerd op een bron op de server. Laten we de meest gebruikte HTTP-methoden verkennen en begrijpen wat ze doen:
HTTP GET Methode:
De GET-methode wordt gebruikt om gegevens op te halen van een server. Wanneer een client een GET-verzoek naar een server stuurt, vraagt het om de inhoud van een specifieke bron op te halen. Deze methode is veilig, omdat het geen wijzigingen aanbrengt op de server en geen gevoelige gegevens in het verzoek verzendt. De gegevens die door de GET-methode worden opgehaald, worden als parameters in de URL verzonden.
HTTP POST Methode:
De POST-methode wordt gebruikt om nieuwe gegevens naar de server te verzenden. In tegenstelling tot de GET-methode, die gegevens als parameters in de URL verzendt, verzendt de POST-methode gegevens in de aanvraag-body. Dit maakt het ideaal voor het verzenden van gevoelige gegevens, zoals inloggegevens of formulierinformatie, naar de server.
HTTP PUT Methode:
De PUT-methode wordt gebruikt om een bestaande bron op de server te bijwerken of te vervangen door een nieuwe bron. Wanneer een client een PUT-verzoek stuurt, wordt de volledige inhoud van de bron vervangen door de gegevens in de aanvraag-body. Het is belangrijk op te merken dat de PUT-methode idempotent is, wat betekent dat hetzelfde verzoek meerdere keren kan worden verzonden zonder de staat van de server te wijzigen.
HTTP PATCH Methode:
De PATCH-methode wordt gebruikt om een gedeeltelijke update van een bestaande bron op de server uit te voeren. In tegenstelling tot de PUT-methode, waarbij de volledige inhoud van de bron wordt vervangen, update de PATCH-methode alleen de specifieke delen van de bron die zijn opgegeven in de aanvraag-body. Ook de PATCH-methode is idempotent.
HTTP DELETE Methode:
Zoals de naam al aangeeft, wordt de DELETE-methode gebruikt om een bron op de server te verwijderen. Wanneer een client een DELETE-verzoek stuurt, wordt de opgegeven bron permanent verwijderd van de server. Net als de PUT- en PATCH-methoden is de DELETE-methode ook idempotent.
HTTP HEAD Methode:
De HEAD-methode is vergelijkbaar met de GET-methode, maar het verschil is dat het alleen de headers van de respons retourneert en geen inhoud. Het wordt vaak gebruikt om de status van een bron te controleren of om te controleren of een bepaalde bron beschikbaar is, zonder de eigenlijke inhoud op te halen.
HTTP OPTIONS Methode:
De OPTIONS-methode wordt gebruikt om informatie op te vragen over de communicatiemogelijkheden van de server. Het retourneert een lijst met de ondersteunde HTTP-methoden, headers en andere communicatieopties voor een bepaalde bron.
HTTP TRACE Methode:
De TRACE-methode wordt zelden gebruikt en is bedoeld voor diagnose- en debugdoeleinden. Het retourneert de ontvangen aanvraag van de server, wat nuttig kan zijn bij het traceren van de route van de aanvraag.
HTTP-methoden spelen een cruciale rol in de communicatie tussen clients en servers via het HTTP-protocol. Elke methode heeft zijn eigen toepassingen en specifieke gebruiksscenario’s. Bij het implementeren van API’s is het belangrijk om de juiste HTTP-methoden te gebruiken op basis van de functionaliteit die u wilt bereiken en om de veiligheid en betrouwbaarheid van uw API’s te waarborgen.
De blogserie API:
Deel 1
Deel 2
Deel 3
Deel 4
Deel 5
Deel 6
Deel 7
Deel 8
Deel 9
Deel 10
Deel 11
Deel 12
Deel 13